Leonardopioniers aan het woord
Terugblik op de basisschooltijd
Jan Hendrickx zette in 2007 onder de naam Leonardo in Blerick, bij Venlo, de eerste voltijds hoogbegaafdheidsklassen op. Drie jaar later waren er al veertig, verspreid over basisscholen in heel Nederland. Bijvoorbeeld de twee klassen – Leonardo I voor groep 3/4/5 en Leonardo II voor groep 6/7/8 – van basisschool Oud Zandbergen in Huis ter Heide, opgericht in 2009. De kinderen van toen zijn inmiddels twintigers. Hoe kijken ze terug op hun basisschooltijd?
‘De manier van lesgeven bij Leonardo is voor ieder kind leuk’
Lotte Baauw (21)
Leeftijd start: 7 jaar, groep 4
Aantal jaren Leonardo: 4 jaar
Hoe kwam je op Leonardo terecht?
‘Op mijn basisschool ging het niet goed met me. Mijn opa, orthopedagoog, stelde een intelligentieonderzoek voor. Toen bleek wat er aan de hand was, zochten mijn ouders contact met Jan Hendrickx. Samen met andere ouders organiseerden ze een informatieavond en zochten ze een school die openstond voor Leonardo.’
Wat herinner je je van die eerste kennismaking?
‘Voor de zomervakantie kwamen we al samen en ik voelde meteen verbondenheid. Daardoor had ik zin om naar school te gaan.’
Wat waren de verschillen met regulier onderwijs?
‘Als wij schaakles hadden, moesten ze in de reguliere klassen bijvoorbeeld rekenen. Omdat niet was uitgelegd wat Leonardo precies inhield, snapten veel ouders en kinderen het niet. Ze zagen ons met MacBooks, terwijl de reguliere klassen alleen oude deelcomputers hadden. Er was best wat jaloezie.’
Wat weet je nog van het onderwijs?
‘We kregen vakken van vakdocenten zoals ICT-les, sterrenkunde, Engels, muziek en Spaans. En we hadden vrije keuzetijd: Leonardotijd. Dat vond ik geweldig! In groep 4 heb ik bijvoorbeeld een werkstuk geschreven over Suriname.’
Wat was het mooist van Leonardo?
Als ik terugdenk aan die tijd dan heb ik vooral respect voor de ouders die zo hun best hebben gedaan om een plek te creëren waar kinderen echt zichzelf kunnen zijn. Ook al was de uitvoering misschien niet helemaal perfect, de intentie was goed.’
Hoe was de overgang naar het vo?
‘Niet leuk. Ik was eenzaam en ik moest mijn best doen om ertussen te passen. Na twee jaar viel ik uit en ging ik naar democratisch onderwijs, waar ik echt opbloeide. Daar leerde ik omgaan met allerlei soorten mensen.’
Wat ben je daarna gaan doen?
‘Toen ik zestien was, ging ik zonder diploma naar de mbo-opleiding Eventmanagement. Dat was leuk omdat al mijn klasgenoten twintig plus waren. De opleiding zelf was te makkelijk, maar omdat ik goede stages koos, heb ik toch veel geleerd. Daarna heb ik mijn propedeuse International Social Work gehaald en vervolgens ging ik naar Universiteit Utrecht voor Liberal Arts and Sciences. In het eerste jaar ben ik gestopt en nu ben ik op zoek naar een baan.’
Welke invloed heeft Leonardo op je gehad?
‘Vanaf jonge leeftijd heeft Leonardo me kracht gegeven om te kiezen waar ik gelukkig van word. Ik heb leren zijn wie ik ben. In de doodongelukkige momenten op het vo greep ik terug naar Leonardo en wist ik dat er kinderen waren die me wel accepteerden.’
Heb je spijt dat je erheen ging?
‘Nee, nooit!’
Stel, je krijgt kinderen en Leonardo bestond nog, zou jouw kind erheen gaan?
‘Ik zou mijn kinderen niet naar Zandbergen sturen, omdat ze Leonardo daar niet omarmden. Ik vind het belangrijk dat mijn kinderen zich bij de hele community thuis voelen. Ik zou wel kijken naar hoogbegaafdenonderwijs of een plusklas.’
Wat zou jij anders doen als jij een Leonardo zou opzetten?
‘Omdat ik naast Leonardo ook democratisch onderwijs heb gevolgd, ga ik voor een school waar alle kinderen naartoe kunnen. De manier van lesgeven bij Leonardo is voor ieder kind leuk, onafhankelijk van intelligentie en leeftijd. In een ideale wereld zit iedereen door elkaar en wordt iedereen op zijn of haar manier uitgedaagd, aansluitend bij ieders tempo en interesses.
‘Op Leonardo heb ik geleerd hoe ik mijn tijd nuttig kon invullen’
Niels Teseling (23)
Leeftijd start: 8 jaar, groep 5
Aantal jaren Leonardo: 4 jaar
Hoe kwam je op Leonardo terecht?
‘Op mijn oude school was ik vaak op maandagmiddag al klaar met mijn weektaak. Ik stak er niets op en had het er niet naar mijn zin. Mijn ouders hebben samen met anderen geholpen bij het oprichten van de twee Leonardoklassen. Toen ze me vroegen of ik daarnaartoe wilde, zei ik meteen ja.’
Wat herinner je je van die eerste kennismaking?
‘Plotseling waren de dagen bijna helemaal gevuld en was er structuur. Ik kwam in aanraking met kinderen die ook op een andere manier dachten, we hadden dezelfde humor. Op jonge leeftijd vond ik het moeilijk om vrienden te maken, maar op Leonardo ben ik daar wel in gegroeid.’
Wat waren de verschillen met regulier onderwijs?
‘Soms was ik bij Leonardo op woensdag al klaar, maar dan was er iets anders te doen. De docenten wisten waarmee ze te maken hadden.’
Wat weet je nog van het onderwijs?
‘Het vak ICT, met zeer gevarieerde opdrachten, vond ik erg leuk. Je deed van alles, van muziek maken tot grafisch vormgeven en video’s bewerken. Bij de studentenvereniging pak ik het maken van filmpjes graag op, vanwege die basis op Leonardo. Ook schaken was erg leuk.’
Wat was het vreemdst dat je meemaakte?
‘We speelden in die tijd vaak samen Minecraft en daarmee hebben we ooit knallende ruzie gekregen. Het was een vreselijk drama met weken nasleep en vrienden die ineens geen vrienden meer waren. Dat kan gebeuren met allemaal heel intense kinderen.’
Hoe was de overgang naar het vo?
‘Die was moeilijk, maar uiteindelijk heb ik er wel een fijne tijd gehad. Vanwege iets fysieks was ik weinig aanwezig en dat had geen negatieve invloed op mijn cijfers. Ik heb toen met mijn mentor afgesproken dat ik niet onnodig aanwezig hoefde te zijn in de lessen. In de tijd die vrijkwam deed ik wel andere dingen, bijvoorbeeld een website maken over de Zuil van Trajanus. Ik denk dat ik op Leonardo heb geleerd hoe ik mijn tijd nuttig kon invullen en dat heb ik doorgezet op de middelbare school.’
Wat ben je daarna gaan doen?
‘Na het gymnasium ben ik Bio-Farmaceutische Wetenschappen gaan studeren in Leiden. Inmiddels doe ik de master Bio-Pharmaceutical Sciences and Business Studies.’
Welke invloed heeft Leonardo op je gehad?
‘Ik heb veel praktische skills geleerd en ik leerde dat je soms beter je best moet doen om iets voor elkaar te krijgen.’
Heb je spijt dat je erheen ging?
‘Nee, ik zou zonder twijfel de keuze opnieuw maken. Leonardo was heel positief voor mij.’
Stel, je krijgt kinderen en Leonardo bestond nog, zou jouw kind erheen gaan?
‘Lastige vraag. Stel ik krijg een hoogbegaafd kind, dan ligt het alsnog aan de sociale ontwikkeling. Destijds zijn we bij vier of vijf basisscholen gaan kijken, daarna hebben mijn ouders bewust gekozen. Ik zou ook naar HB-scholen kijken of het net zo doen als bij mij: eerst regulier en daarna kijken hoe het in groep 4 gaat.’
Wat zou jij anders doen als jij een Leonardo zou opzetten?
‘Ik zou zoeken naar sociale integratie en samenwerking met regulier onderwijs. Daarnaast zou ik kiezen voor talen als Russisch of Chinees, zodat kinderen moeten puzzelen en het leren leren aan de orde komt. Er is veel dat ik hetzelfde zou doen, bijvoorbeeld het samennemen van de klassen 3/4/5 en 6/7/8. Bij Leonardo merkte ik daarvan de meerwaarde: je kon je altijd optrekken aan een hogere klas, maar je kon ook nog even meekijken met onderwerpen uit een lagere klas. Juist dat is voor hoogbegaafde kinderen goed, omdat die soms te snel denken dat ze het allemaal wel snappen.’
‘Leonardo heeft me vrijheid en zelfstandigheid gegeven’
Marloes Lankheet (20)
Leeftijd start: 6 jaar, groep 3
Aantal jaren Leonardo: 6 jaar
Hoe kwam je op Leonardo terecht?
‘Omdat ik nog heel jong was, weet ik dat alleen van horen zeggen. Mijn ouders vertelden dat ik in groep 1 en 2 altijd een beetje boos was. Via via ontdekten ze Leonardo en al voor de IQ-test schreven ze me in. Ik begon in groep 3, samen met twee andere kinderen.’
Wat herinner je je van die eerste kennismaking?
‘Ik vond het leuk om naar school te gaan, niet alleen voor de andere kinderen maar ook omdat we interessante dingen deden. Mijn ouders vertelden dat ik direct minder boos was en dat ook het bedplassen meteen stopte. Dankzij meer uitdaging en doordat er meer te doen was, kon ik mezelf goed bezighouden, waardoor ik beter in mijn vel zat.’
Wat weet je nog van het onderwijs?
‘Ik kan me vooral herinneren dat er niet heel veel tijd werd besteed aan dingen die ik gemakkelijk vond. Je kon onderhandelen over weektaakvermindering en eigen projecten starten.’
Wat was het leukst dat je meemaakte?
‘Vooral de creatieve dingen met meer vrijheid vond ik leuk. Zoals een waterproject en de bijzondere opdrachten bij de schaaklessen: maak een filmpje om de schaakregel aan anderen uit te leggen. We hoopten altijd op mooi weer, want dan mochten we zonneovens bouwen en tekeningen branden in
stukjes papier. Met vuur spelen was fantastisch.’
Hoe was de overgang naar het vo?
‘Die was best moeilijk voor me, omdat ik ineens niet goed meer was in dingen. Ik kwam erachter dat ik dyslectisch ben en ik haalde die eerste jaren ineens onvoldoendes voor woordjestoetsen. Ik moest echt leren meer tijd te stoppen in dingen die niet lukten en erkennen dat er dingen zijn die ik niet kan.’
Wat ben je daarna gaan doen?
‘Ik ben Industrial Design in Eindhoven gaan studeren en nu loop ik stage. Ik wil uitdaging maar ook weer niet falen, ik wil het niet te moeilijk voor mezelf maken.’
Welke invloed heeft Leonardo op je gehad?
‘Leonardo heeft me vrijheid en zelfstandigheid gegeven. Vanaf jonge leeftijd werd je gestimuleerd initiatief te nemen om het fijner voor jezelf te maken. Ik herinner me regelmatig kleine dingen: met Engels deden we van die typisch Engelse toneelstukken, waarvoor we de klas ombouwden tot een 3D-toneel zonder publiek. Stukken tekst daarvan zitten nog steeds in mijn hoofd. En ik weet nog veel over planeten.’
Heb je spijt dat je erheen ging?
‘Nee, het is heel goed voor mij geweest. Over het algemeen was het prettig om met kinderen om te gaan die op hetzelfde level zitten. Leonardo was een veilige plek en goed voor zelfontwikkeling, maar er had meer samen gekund met regulier en er had meer ingezet kunnen worden op onderling begrip. Door de isolatie hadden we een sociale achterstand. Daardoor was het op het vo wennen dat niet iedereen je vriend is.’
Stel, je krijgt kinderen en Leonardo bestond nog, zou jouw kind erheen gaan?
‘Ik zou het eerst in regulier onderwijs proberen, want misschien is het niet nodig. Als blijkt dat mijn kind niet lekker in zijn vel zit, zou ik de school aanspreken op de dingen die ik zelf miste op de basisschool.’
Wat zou jij anders doen als jij een Leonardo zou opzetten?
‘Ik denk dat ik iets zou opzetten met meer vermenging tussen hoogbegaafden en normale klassen. Bijvoorbeeld bepaalde lessen of projecten samendoen, zodat er geen volledige isolatie is. En meer variatie in lessen aanbrengen, zodat het mogelijk is om verschillende passies uit te proberen.’